[gap size=”-100px”][custom_headline type=”left” level=”h2″ looks_like=”h2″]Traject GR65 Chanaz – La Cote St. Andre[/custom_headline][gap size=”-55px”][custom_headline type=”left” level=”h3″ looks_like=”h3″]Etappe 5 Chanaz – Yenne, 18.5 km.[/custom_headline]
Na een welverdiende rustdag pakken we bij de brug van Chanaz de route weer op. In het dal slapen is vaak wel leuk en mooi, maar het betekent vaak wel dat je de volgende dag begint met een klim. Zo ook vandaag. Vanaf het plein in Chanaz klimmen we naar de Moulin de Chanaz. Boven aangekomen, we moeten nog wel verder klimmen, komen we erachter dat de GPS de track niet heeft opgeslagen. Teruggaan is geen optie meer, dus dat hebben we later aangepast. Rustig wandelen we verder richting Vetrier, de mist trekt langzaam weg en schenkt ons mooie uitzichten over de Rhône vallei. Vanaf hier tot aan de Chapelle Saint- Romain lopen we door de wijngaarden van de Savoie. Als we door de plaatsjes Barcontiam, Aimavigne en Jongieux komen zien we overal bordjes met verwijzingen naar de verschillende Caves, we passeren zelfs een Chateau. Tot aan de Chapelle Saint-Romain is het terrein licht glooiend. Vanaf de Chapelle dalen we vrij steil naar beneden. Het laatste deel tot aan Yenne is weer redelijk vlak. Ook in Yenne zie je dat de mensen het platteland verlaten, veel winkels zijn dicht en huizen staan leeg. We overnachten in Clos de Capucines, waar we wederom de enige gasten zijn.
[custom_headline type=”left” level=”h3″ looks_like=”h3″]Etappe 6 Yenne – St. Maurice de Rotherens, 18,1 km.[/custom_headline]
Het begint routine te worden, rugzak inpakken, ontbijten, boodschappen doen: vers brood bij de boulangerie en overheerlijke rosette worst bij de boucherie en dan op weg. Via de enige winkelstraat, welke ’s ochtends nog erg rustig is, wandelen we terug naar het punt waar we gisteren de route hadden verlaten. Zodra we uit het dorp zijn beginnen we rustig te klimmen naar Notre-Dame de la Montagne, waar je een mooi uitzicht hebt op het plaatsje Yenne, tenminste als er geen mist is. Langzaam klimmen we door richting Mont Tournier. Gelukkig gaat het pad door het schaduwrijke bos of over de westflank van de Quebeutanne (???), want anders was dit door de warmte een zware etappe geworden. Tijdens twee pauzes zijn we even van de route afgegaan naar mooie uitzichtpunten (circa 50 meter). Helaas hadden we last van laaghangende bewolking en werd ons een mooi zicht ontnomen. Net na Belvedere de Recorba, een mooie plek voor een pauze, begint de steile klim naar de flank van de Mont Tournier. Na de klim volgt de afdaling naar Beyrin, waar we rechtdoor gaan naar de gite d’etape. Helaas, zoals wel vaker, ligt ook deze gite d’etape op een plaats die alleen bereikt wordt met nog een klim. Maar, het uitzicht is het wel weer waard geweest!
We worden hartelijk welkom geheten door Chantal, de gastheer, de heer Louis Revel zelf was nog even aan het rusten, aangezien ze ’s middags voor een grote groep een gastronomische lunch hadden bereid. We hadden de keus uit slapen in een eigen kamer met douche en toilet of in de slaapzaal van de gite d’etape. De basisprijs is gelijk, namelijk € 42,- per persoon op basis van halfpension, maar bij de eigen kamer wordt er een vrijwillige bijdrage gevraagd voor het gebruik van handdoeken en de lakens, die na 1 nacht opnieuw gewassen moeten worden. Wij hebben gekozen voor de eigen kamer met extra vrijwillige bijdrage.
De gastheer, Louis Revel, heeft eigenhandig de rotsen weggehakt en het gebouw is een project in progress, vergelijkbaar met de Sagrada Familia in Barcelona.
Het avondeten is zeer uitgebreid, er wordt ons een heerlijk 5-gangen diner voorgeschoteld. Na het diner laat hij ons zijn kleine tentoonstelling met veel foto’s over pelgrimeren zien. Daarna neemt hij ons mee naar zijn eigen kapelletje, welke hij zelf vervaardigd heeft. Iedere gast/pelgrim krijgt een kaarsje en mag iets zeggen, waarna we het kaarsje bij één van de heilige beelden zetten. Ter afsluiting zingt Louis nog een mooi lied. Wat we al dachten is waar, hij is vroeger priester geweest. Daarna gaan we naar zijn kelder voor een afsluitend drankje.
Helaas hebben we vernomen dat Louis Revel op 10 januari 2014 aan hartklachten is overleden.
Hij was een markante persoonlijkheid, die zijn gasten graag in de watten legde en we zijn blij dat we hem tijdens onze pelgrimstocht hebben mogen ontmoeten. Rust zacht.
[custom_headline type=”left” level=”h3″ looks_like=”h3″]Etappe 7 St. Maurice de Rotherens- Abrets, 23,9 km.[/custom_headline]
Van Chantal kregen we de tip om bij het verlaten van de gite d’étape onderlangs de begraafplaats te lopen en dan even verderop weer de route op te pakken, zodat er niet naar het dorp geklommen hoeft te worden. Helaas voor ons moeten we juist weer wel klimmen naar het dorp, omdat we gisteren de route in het dorp hebben opgeslagen. We laten het dorp achter ons en al afdalend zoeken we onze weg naar beneden. Vlak voor St. Genix sur Guiers, circa 1 km, staat in Pigneux de Chapelle de Pigneux met drie Coquilles (jacobsschelpen). Na een korte pauze dalen we verder af naar St. Genix sur Guiers. Als we richting de brug over de rivier Le Guiers lopen, komen we langs de slager. Voor overige inkopen kun je de GPS track volgen richting het “kerkplein”. Hier vindt je een vival supermarkt, een boulangerie en een patisserie, plus enkele bankjes om de zojuist ingekochte lunch te nuttigen. Op het moment dat we de brug oversteken verlaten we het departement de Savoie en wandelen we het departement van de Isère binnen. Een stukje volgen we de Le Guiers over een kaarsrechte weg onder een brandende zon. Over asfaltwegen, veldwegen en paadjes vervolgen we onze weg. Op deze etappe is bijna geen schaduw, de rotue gaat voornamelijk over velden en akkers en maar weinig door het bos. Bij binnenkomst in Les Abrets moesten we nog even op zoek naar onze Accueil Jacquaire, waar we de nacht door zouden brengen. Veel hulp hadden we heirbij van onze Garmin Oregon 600t, nadat we de straat opgezocht hadden, zijn we er heen gelopen. Het lag een stuk buiten het centrum. Bij aankomst worden we gastvrij onthaald. Ze vroeg zich af waarom we niet even gebeld hadden, dan had ze ons vanuit het centrum opgehaald, maar we hadden haar sms bericht niet meer gezien. Wederom worden we tijdens het diner verwend met goed en meer dan voldoende eten. Een deel van de quiche bleef over en die hebben we de volgende dag mee mogen nemen. De wijn die bij het diner geschonken werd, hebben ze speciaal voor de pelgrims gehaald in Jongieux, een plaatsje waar we een aantal dagen terug doorheen gelopen zijn. Tijdens het diner hebben we leuke gesprekken, onder andere over het feit dat de GR 65 route zeer goed aangegeven en bewegwijzerd is. Het blijkt dat dit door vrijwilligers wordt onderhouden, waaronder door onze gastheer.
[custom_headline type=”left” level=”h3″ looks_like=”h3″]Etappe 8 Abrets – Le Pin, 17,4 km.[/custom_headline]
Na het ontbijt zijn we in het centrum op het plein van Les Abrets afgezet. Hier hebben we nog even boodschappen gedaan voor onderweg en we zijn weer op pad. Gelukkig is het iets minder warm en staat er een beetje wind, want anders was dit een zware etappe geworden. We lopen vandaag hoofdzakelijk tussen de maïsvelden en veeteeltakkers door. Regelmatig verlaten we de asfaltwegen om verder te gaan over stenige onverharde wegen. In Valencogne staat een kerk met een Jacobsbeeld en diverse andere wetenswaardigheden over pelgrimeren. Daar waar wij de doorgaande weg naar links verlaten staat ook nog een Jacobsbeeld. Op het hoogste punt van deze etappe, net na Valencogne, raden we u aan om even om te draaien, bij mooi en helder weer kunt u de Mont Blanc in de verte zien liggen. Waar de Jacobsweg rechtsaf slaat, lopen wij nog een klein stukje over de weg door naar nummer 410, al waar we hartelijk ontvangen worden bij de accueil Jacquaire.
[custom_headline type=”left” level=”h3″ looks_like=”h3″]Etappe 9 Le Pin – La Cote St. Andre, 25,5 km.[/custom_headline]
De eigenaar loopt een klein stukje met ons mee en geeft uitleg over de Pisé bouwstijl die hier in de regio veel wordt toegepast; Bij het bouwen van huizen (galets) en schuren wordt eerst een stenen muur opgemetseld voor de kelder, dit is tegen het vocht. Daarna gaat men de muren verder opbouwen met kiezels, stro en leem. Dit doen ze tussen planken die aangestampt worden. Dit wordt meerdere keren herhaald. Het voordeel van deze bouwwijze is dat het zomers lekker koel blijft en ’s winters lekker warm. Na de uitleg pakken we de route weer op. We lopen langs de muren van het oude Chartreuse de la Silve-Bénite. Het eerste gedeelte tot net na Quétan klimmen we naar het hoogste punt op 702 meter om vervolgens op bijna gelijke hoogte door te wandelen en daarna weer af te dalen. Wat we hier onderweg veel tegenkomen zijn maïsvelden met hier en daar een verdwaalde wijnrank. Deze etappe kenmerkt zich, door het aaneenrijgen van dorpjes, ook met asfaltweggetjes. Vlak voor Chateau Montgontier zien we een kunstwerk staan. Twee Jacobsschelpen wijzen allebei een richting op, de ene wijst de route aan naar Arles (330 km) en de andere geeft de richting aan van de Via Gebenensis naar Le Puy-en-Velay, de route die wij volgen. Onderweg zien we veel oude boerderijen met echte scharrelkippen. Op de tonen van klassieke muziek komen we aan bij onze accommodatie, op nog geen 100 meter van de Jacobsweg. De accommodatie ligt tegenover het Chateau, waar deze avond het slotconcert is van het Hector Berlioz Festival. La Cote Saint Andre is de geboorteplaats van Hector Berlioz en elke jaar vindt er eind augustus een festival plaats. Pelgrims kunnen deze week beter La Cote-St.-Andre vermijden, want het is zeer moeilijk om dan een accommodatie te vinden. Wij hadden geluk dat we 2 nachten bij een Accueil Jacquaire konden overnachten. Bij deze kunstenares hebben we kunnen relaxen in de tuin en ’s avonds werd er een heerlijke maaltijd geserveerd, onder andere met Quenelles, een specialiteit uit Lyon.
Download hier voor dit traject de GPS track: Traject_GR65_Chanaz_La_Cote_stAndre.zip(530 downloads)
Volgende traject: La Cote St. Andre-Chavanay